Vuurtorenbuik

Ik leg mijn eieren in het water, maar functioneer beter op het land. Ik ben een amfibie. Mijn buik is een vuurtoren in de duisternis van tuinvijvers, een oranje knipperlicht in de paartijd. Ik jaag op al wat krioelt in volkstuintjes.

Schattigheid met bijna negenduust stekels

‘s Nachts scharrel ik door de Gentse tuinen. Oké, ik laat je soms schrikken met mijn gesnuif en geblaas. Maar ik eet wel die slakken in je tuin. Merci, graag gedaan! Overdag schuil ik; ‘s winters slaap ik. Ik ben fan van takkenhopen, niet van robotmaaiers.

Rode ridder op bladluisjacht

Bescheiden en stijlvol, met slechts twee stippen op mijn schild, ben ik overal in de Gentse tuinen te vinden. Ik ben de de bondgenoot van elke tuinier, een rode ridder in de strijd tegen de bladluis.